Plurariteiten

9 september 2014

In het Nederlands hebben we enkelvoud en meervoud: ik - wij, jij - jullie, hij - zij. Het verschil daarbij is dat ik, jij en hij telkens één persoon betreft, terwijl wij, jullie en zij er meerdere zijn. Hoeveel precies, dat doet er niet toe, maar zeker meer dan één.

De meeste talen gebruiken ditzelfde onderscheid tussen één en meer dan één. Maar er zijn ook talen die een aparte vorm hebben voor twee, de dualis of het tweevoud. Enkelvoud is dan één, tweevoud twee en meervoud meer dan twee. Het Arabisch bijvoorbeeld heeft een vorm voor 'jullie twee' en 'zij twee' (nl. antuma أنتما en huma هما) en heeft ook een aparte meervoudsuitgang (of beter: dualisuitgang) voor zelfstandige naamwoorden die typisch per twee voorkomen, zoals oren, ogen, armen en benen. Heel wat oude Europese talen hadden ook een dualis (waaronder wellicht ook het Oudnederlands) maar in de meeste talen is die verloren gegaan. Tegenwoordig is het Sloveens één van de weinige Europese talen waarin het tweevoud nog voorkomt.

Er zijn talen die nog verder tellen en ook een trialis (drievoud) onderscheiden. Dit gebeurt dan wel alleen voor de persoonlijke voornaamwoorden ('wij drieën', 'jullie drieën', 'zij drieën') en niet voor zelfstandige naamwoorden; het is dus niet zo dat er een aparte meervoudsuitgang zou bestaan voor drie appels, bijvoorbeeld.

Van sommige talen werd gezegd dat ze ook een quadralis (viervoud) zouden hebben, bijvoorbeeld het Sursurunga, een taal die gesproken wordt op Nieuw-Ierland, een eiland in de Bismarck-archipel. Uit nader onderzoek blijkt echter dat die meer gezien moet worden als een 'paucalis', wat duidt op meerdere maar niet veel, een 'weinigvoud', zeg maar.

Yumi, yumi, yumi

Veel van de talen met een trialis vinden we in Oceanië, waaronder ook het Bislama, een taal die gesproken wordt op Vanuatu, een subtropische eilandengroep in de Stille Oceaan. Het Bislama is een Engels creool, dat betekent dat het een soort taal is die is ontstaan doordat Engelse kolonisten met de inboorlingen spraken en er zo een soort mengeling ontstond die later werd doorgegeven als moedertaal.

tropisch strand

Het resultaat is een taal waar de woordenschat grotendeels uit het Engels komt, maar de grammaticale structuur Oceanisch is. Dat zie je bijvoorbeeld ook aan het wondermooie complexe systeem van persoonlijke voornaamwoorden in het Bislama. En hoewel het heel complex is, is het toch heel transparant omdat de verschillende voornaamwoorden zijn samengesteld uit deeltjes waarin je het oorspronkelijke Engelse woord nog herkent:

  • mi komt van me 'mij'
  • yu komt van you 'jij'
  • hem komt van him 'hem'
  • tu komt van two 'twee'
  • tri komt van three 'drie'
  • fala komt van fellow 'man'
  • ol komt van all 'allemaal'

En met die deeltjes kan je de verschillende voornaamwoorden samenstellen: de 'derde persoon tweevoud' is dan bijvoorbeeld tufala, 'twee-man'. En de 'tweede persoon drievoud' luidt yutrifala, 'jij-drie-man'. Het tabelletje hieronder illustreert hoe veel verschillende persoonlijke voornaamwoorden het Bislama wel heeft.

enkelvoud tweevoud drievoud meervoud
1ste persoon inclusief mi
'ik'
yumitufala
'jij en ik'
yumitrifala
'wij drieën (jij ook)'
yumi
'wij (jij ook)'
exclusief mitufala
'wij tweeën (jij niet)'
mitrifala
'wij drieën (jij niet)'
mifala
'wij (jij niet)'
2de persoon yu
'jij'
yutufala
'jullie tweeën'
yutrifala
'jullie drieën'
yufala
'jullie'
3de persoon hem
'hij / zij'
tufala
'zij tweeën'
trifala
'zij drieën'
ol
'zij'

Je zal opgemerkt hebben dat het Bislama een inclusief en een exclusief 'wij' onderscheidt. De exclusieve vormen worden gevormd met mi- ('ik') en de inclusieve vormen met yumi- ('jij+ik'). Eendrachtig luidt de titel van het volkslied van Vanuatu luidt dan ook "Yumi, yumi, yumi".